Vier Jaargetijden - Sonetten
De Vier Jaargetijden van Vivaldi: Een Meesterwerk van de Barokmuziek
Antonio Vivaldi’s meesterwerk, De Vier Jaargetijden (Le Quattro Stagioni), is een van de meest iconische composities uit de barokperiode. Deze vierdelige vioolconcertenreeks schildert een levendig muzikaal beeld van de natuur en menselijke emoties, geïnspireerd door elk seizoen. Elk concert wordt voorafgegaan door een sonnet, vermoedelijk geschreven door Vivaldi zelf, waarin de sfeer en gebeurtenissen van het seizoen worden geschetst.
Mis deze muzikale reis door de seizoenen niet. Bestel uw tickets vandaag en beleef Vivaldi’s Vier Jaargetijden zoals het bedoeld is: live en onvergetelijk!
Lente (La Primavera)
De lente begint met een frisse en levendige sfeer. De muziek vangt het ontwaken van de natuur, zingende vogels, kabbelende beekjes en dreigende onweersbuien.
Sonnet:
Eerste deel
Vogels zingen blij hun lied,
kabbelende beekjes fluisteren zacht.
Een plotselinge storm doemt op,
maar de lente herstelt met zonneschijn.
Tweede deel
In een stille bloemenweide
rust de herder met zijn trouwe hond,
terwijl de bloemen zich openen.
Derde deel
Onder vrolijke dans en muziek
vieren nimfen en herders de terugkeer van de lente.
Zomer (L’Estate)
De zomer heeft een dramatisch en intens karakter, met zware hitte en dreigende stormen. Het laatste deel illustreert een verwoestend onweer.
Sonnet:
Eerste deel
Onder de brandende zon
zwoegt de herder, zijn kudde loom.
Het blad ritselt zachtjes in de wind,
een voorteken van naderend onheil.
Tweede deel
In de stilte van de middag
verstoort enkel een mug of vlieg
de vermoeide rust van de dag.
Derde deel
De storm barst los met bliksem en donder,
een woede die velden en harten vult.
Herfst (L’Autunno)
De herfst brengt een feestelijke sfeer van oogst en jacht. Het concert evoceert dronkenschap en de vreugde van een rijke oogst.
Sonnet:
Eerste deel
Boeren vieren de oogst met wijn,
dansend en zingend met vreugde.
Sommigen drinken te veel,
en slapen onder de sterren.
Tweede deel
In een rustige nacht
rusten mens en natuur vredig,
de maan waakt over het land.
Derde deel
Jagers galopperen door het bos,
achtervolgend op een wild dier,
te midden van schoten en honden geblaf.
Winter (L’Inverno)
De winter vangt de koude, de ijzige wind en de serene schoonheid van besneeuwde landschappen. Het contrast tussen buitenkou en binnenwarmte is sterk voelbaar.
Sonnet:
Eerste deel
Rillend van de koude,
terwijl gure winden huilen.
De voeten glijden op het ijs,
terwijl men voorzichtig zijn weg zoekt.
Tweede deel
Binnen bij het haardvuur,
geniet men van warme troost
terwijl de winter buiten woedt.
Derde deel
Het ijs kraakt en barst,
terwijl de koude wind snijdt.
Maar de natuur houdt stand,
wachtend op de lente.